Marie Rietberg vertelt, De stentorstem

op 1 juni 2012

Als kind sliepen wij – mijn zusjes Dee, Paula en ik – in een heel groot ledikant, een hemelbed met een klamboe er omheen. Mijn ouders hebben dat bed speciaal laten maken. Er lagen drie eenpersoonsmatrassen in naast elkaar. Ik sliep in het midden. Iedere avond moesten we om acht uur naar bed. Ik mocht van mijn zusjes niet slapen voordat ik hen een verhaaltje had verteld. Ze kropen dan dicht tegen mij aan. In de deuropening naar de kamer van mijn broer Dolf brandde de hele nacht een schraal lichtgevend lampje. De kamer van Dolf grensde aan de kamer van mijn oudste broer Frits. Op een nacht werd ik gelijktijdig door mijn zusjes gewekt met de woorden: “Er is een vreemde man in huis. Hij loopt alsmaar heen en weer van de ene slaapkamer naar de andere. En hij heeft ook op de divan vóór het raam gelegen”. Opééns liep onder het schijnsel in de deuropening een gedaante, die op de divan ging liggen. Wij hielden onze adem in van angst. Na een tijdje stond de gedaante op en liep naar de kamer van mijn oudste broer. Ik zette het op een schreeuwen en wat gebeurde er? Mijn vader kwam uit zijn slaapkamer gelopen met een Colt (een revolver) in zijn hand. Onder de lamp botste hij tegen de “verschijning”. Gelukkig heeft vader de trekker niet overgehaald. Die “man” was n.l. mijn oudste broer van 17 jaar. Hij had erge buikpijn. Vóór de tweede wereldoorlog lagen toilet en badkamer aan de achtergalerij en Frits durfde er niet naar toe te gaan. Mijn gegil heeft de buurman gewekt en hij betrapte een dief in zijn eigen huis.

Waar een stentorstem al niet goed voor is!!!!!!!!

Michel van RuyvenMarie Rietberg vertelt, De stentorstem