In 1936 kwam Karel, de oudste zoon van tante Toos naar Nederlands-Indië. Tante Toos was de jongere zuster van vader. Karel had aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda, gestudeerd. Hij ging als jong-luitenant naar Indië. Hij kreeg als eerste standplaats Magelang. Karel kwam met de Johan van Oldebarneveldt en logeerde een week bij ons. Vader kon geen verlofdagen opnemen, moeder was de hele dag keukenprinses om de neef uit Nederland te verwennen, dus werd tante An gerekruteerd om met Karel de hoofdstad Batavia te verkennen. Tante An was getrouwd, had al drie dochtertjes, maar haar man, oom Sjef, wilde o zo graag een zoon hebben. Iedereen vertelde tante An over de stille kracht van het heilige kanon te Pasar Ikan, de visserhaven van Batavia. “Ga op het kanon zitten en fluister je wens – geef mij een zoon. Dus toen tante An met Karel daar was, nam zij de gelegenheid te baat. Ze brandde menjan, (wierook) ging op het kanon zitten en fluisterde haar wens. En….een jaar later beviel zij van een zoon. Is dit geloof of bijgeloof!!!!
Karel vertrok naar Magelang, ontmoette daar een Indisch meisje en trouwde. Helaas hebben wij Karel nooit meer teruggezien, want één dag voor het einde van de oorlog stierf hij in krijgsgevangenschap.