Marie Rietberg vertelt, Onderduiker

op 1 augustus 2013

Tijdens de Japanse bezettingstijd hadden wij een onderduiker. Hij was een studievriend van oom Sjef, maar had de studie voor onderwijzer niet afgemaakt en ging naar de Marine. Hij werd er marconist. Bij de capitulatie wist hij zich schuil te houden voor de bezetter en hield hij de Nederlands-Indische regering in ballingschap op de hoogte van het gebeuren in Indië door berichten te seinen naar Australië en Colombo.Hij leefde van tjatoet (het verhandelen van goederen van Indo’s , die buiten de kampen verbleven.

Op een dag vroeg hij aan mijn moeder of zij parels te koop had, want er was vraag naar. Moeder liet hem een broche van parels zien. “Pas op, oom Bert,” zei ik, “Parels brengen tranen”.

“Ach, jij met je bijgeloof.Geef dat sieraad maar. Ik ben uiterlijk over 3 dagen terug, óf met het geld of met het sieraad, dat dan niet te verkopen is”.Aldus de woorden van oom Bert.

Drie dagen verstreken, geen oom Bert. Na een maand nog geen oom Bert. Moeder zei: “Ik ben erin getrapt. Apa boleh boeat”.

Na drie maanden kwam oom Bert terug, uitgemergeld. Wat was er namelijk gebeurd?!!! Toen oom Bert van ons wegging, moest hij voor de gesloten overweg wachten. Er kwam een lange, geblindeerde trein heel langzaam voorbij, vol met krijgsgevangenen. Later bleek, dat ze op transport naar Japan gingen om daar in de kopermijnen te werken.

De trein was zo vol, dat ook de ruimtes tussen de wagons vol stonden met krijgsgevangenen. Oom Bert zag, dat er een propje papier naar hem werd gegooid. Het was dicht bij hem op de grond gevallen. Oom Bert deed er zijn voet op, raapte het op en las : “Ik ben……, wil je mijn vrouw zeggen, dat ik nog leef”.

Iemand van de Kempé Tai zag dat en oom Bert werd meegenomen naar de gevangenis, waar hij zwaar verhoord werd.

“Je hebt gelijk”, zei hij tegen me, “parels brengen inderdaad tranen”.

Elke keer, wanneer ik parels draag moet ik aan Oom Bert denken.

Michel van RuyvenMarie Rietberg vertelt, Onderduiker